I. Grenzen der Gemeente, plaatsbeschrijving en
bewoners der straten.
a. Grenzen.
De gemeente wordt begrensd langs Koedijk: door den Zuider-Reekerdijk tot het
Kanaal; langs Bergen: door de Melksloot, de ringsloot van de Egmondermeer,
den Molentocht en den Groeneweg van den polder; langs Egmond binnen: door
den Meerweg van de Egmondermeer, dien 2 maal zuidelijk overschrijdende; langs
Heiloo: door den Kalkovensweg, de Regulierslaan, den Straatweg, den Heilooër-
dijk, de Bleekersloot, de Korfleggerssloot, de ringsloot van de Boekelermeer, het
Kanaal; langs Akersloot: door het Kanaal, den Bloemendalerweg en den Wester-
tocht van de Schermeer; langs Zuid- en Noordschermer; door genoemden Wester-
tocht, langs Oudorp: door denzelfden tocht, het slootje achter de huizen aan de
noordzijde van den Omval, den Geesterambachts-omloopdijk aan den Schermer-
weg en nogmaals tegenover het monument van 1873 voor een deel door het Ka
naal, en den Zuider-Reekerdijk (Hoornschen weg) tot het punt van uitgang
bij de Zes Wielen.
b. Beschrijving der Gemeente.
De gemeente Alkmaar, met een bevolking van ongeveer 31.700 zielen op 1 Tanuari
1938, is. de hoofdplaats van een rechtelijk arrondissement, de zetel van een kan
tongerecht, van een voogdijraad, van een Raad van Arbeid, van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier en van het Hoogheem
raadschap voor Noordhollands Noorderkwartier; de standplaats van een inspec
teur L. O.; aangewezen als zetel voor een Raad van Beroep voor de directe be
lastingen en standplaats van Inspecteurs der Registratie en van de Directe be
lastingen, accijnzen enz., van een Hoofd-Ingenieur van den Rijkswaterstaat. Aan
gesloten aan den Spoorweg, maakt zij het middelpunt uit van een net van tram-,
water- en andere verkeerswegen. Er zijn gevestigd een post-, telegraaf- en telefoon
kantoor en een kantoor der hypotheken en van het kadaster. De gemeente is aan
gesloten aan het Rijkstelefoonnet en aan het kabelnet van het Provinciaal elec-
triciteitsbedrijf en aan het Provinciaal Waterleidingbedrijf.
Onder de voornaamste openbare gebouwen en inrichtingen mogen, voor zoover
niet reeds genoemd, gerekend worden te behooren:
Het Stadhuis met Museum, Oudheidka
mer en Boekerij.
De Stadswaag.
De Accijnstoren.
De Groote of St. Laurenskerk met fraai
orgel.
De Kapelkerk.
De R.K. Dominicuskerk.
De R.K. Laurentiuskerk.
De R.K. Josephkerk.
De Luthersche Kerk
De Doopsgezinde Kerk.
De Geref. Kerk.
De Remonstrantsche Kerk.
De Herst. Apost. Kerk.
De Synagoge.
De Cellulaire Strafgevangenis.
Het Gerechtsgebouw.
Het Centraal Ziekenhuis,
De Rijks Hoogere Burgerschool.
Het gebouw der Nederlandsche Bank.
Het gebouw van den Keuringsdienst
voor Waren.
Het Gymnasium.
Het R.K. Lyceum.
De Handelsschool en Handelsavond
school.
De Huishoud- en Industrieschool.
De Ambachtsschool.
De openbare U.L.O.-school.
De Rijkskweekschool voor onderwij
zers (essen).
157
