Ook degeen, die geregeld handelt met een
kleine rubriek hem persoonlijk bekende afne
mers, zal wellicht niet vaak het register be
hoeven in te zien.
Welke gegevens vindt men dan wèl in het
Handelsregister?
Men vindt er o.m.: naam, woonplaats, na
tionaliteit van den koopman, den rechtsvorm
der zaak, mede-eigenaren, het al of niet bestaan
van procuratiehouders, den aard van eventueele
beperkende bepalingen, de namen en bedragen
van de bezitters van niet-volgestorte aandeelen,
huwelijksche voorwaarden, filialen, nieuwe eige
naren, etc.
Het nut dezer gegevens staat onmiskenbaar
vast; maar bovenal is het van groot belang,
dat al deze inlichtingen uit één punt verschaft
kunnen worden.
Zeker, al dit materiaal was vóór de instel
ling van het Handelsregister ook aanwezig, men
kon op het Paleis van Justitie informeeren naar
huwelijksche voorwaarden, op de griffie van
het kantongerecht b.v. naar een bestaande ven-
nootschapsacte of de balans eener coöperatieve
vereeniging; maar in de praktijk leverde dit
menigmaal moeilijkheden op en het centralisee-
ren van dit alles, is speciaal voor belangheb
benden van niet te onderschatten belang.
De waarde van het Handelsregister zou ech
ter gering genoemd kunnen worden, indien men
niet het recht had zich op het Handelsregister
te beroepen. Daarvoor is echter zorg gedragen.
Wanneer het n.l. blijkt, dat de inlichtingen van
het Handelsregister onjuist zijn, kan zulks aan
hen, die zich te goeder trouw er op beroepen,
niet worden tegengeworpen.
De ingeschrevenen stellen zich dan ook aan
groote gevaren bloot, als zij er geen zorg voor
dragen, dat de door hen verstrekte opgaven
juist zijn en ook juist blijven.
Krachtens de bepalingen der Handelsregister
wet dient iedere handelszaak zich te laten in
schrijven in het Handelsregister bij de Kamer
van Koophandel en Fabrieken, in welker gebied
zij gevestigd is. De bedoelde Wet verstaat
onder „handelszaak": de zaak of onderneming
van een koopman, ook indien een ander, niet
koopman zijnde, mede-eigenaar is, terwijl onder
„koopman" wordt verstaan: de koopman in den
zin van het wetboek van Koophandel en in
het algemeen ieder, die zijn beroep maakt van
het uitoefenen van eenigen tak van handel of
nijverheid in den ruimsten zin, dus ook de pho-
tograaf, de pension- en caféhouder, de loon-
molenaar, de turfschipper, de vrachtrijder, de
rijtuigverhuurder etc., etc., behoudens de uit
zonderingen, bedoeld in het Koninklijk Besluit
van den 29sten September 1920.
Overigens dienen o.a. nog te worden inge
schreven:
1. Vennootschappen onder firma.
2. Vennootschappen en commandite.
3. Alle Naamlooze Vennootschappen.
Verder alle coöperatieve vereenigingen, on
derlinge verzekerings- en waarborgmaatschap
pijen (dus ook vee- en paardenfondsen) etc.
Hij, die verplicht is, zich in het Handels
register te laten inschrijven en zulks nalaat, is
strafbaar en wel met een maximum geldboete
van 2000.—. Het is niet verplichtend, dat
men van te voren gewaarschuwd wordt. Deze
bepalingen geven een groote macht in handen
van hem, die voor het beheer van deze instelling
heeft zorg te dragen.
Ingevolge wettelijk voorschrift wordt iedere
zaak aan de hand van het daarin gestoken
kapitaal, of naar mate van den omvang, in
klassen geplaatst en voor iedere klasse is een
bedrag vastgesteld, hetwelk éénmaal gestort
wordt (eerste inschrijving) en een bedrag, het
welk ieder jaar verschuldigd is (retributie).
Deze inkomsten zijn tevens door den wetgever
bestemd voor de Kamers van Koophandel in
haar nieuwen vorm.
De jaarlijksche begrooting wordt door de
Kamer vastgesteld en behoeft de goedkeuring
van den Minister. Tot uitbetaling der door de
Kamer goedgekeurde subsidies kan ook alleen
dan worden overgegaan, wanneer de Minister
daaraan zijn sanctie heeft verleend.
De retributies moeten vóór 1 April van ieder
jaar betaald worden. De ingeschevenen ont-
vangren vóór dien datum een uitnoodiging tot
betaling. De wet bepaalt uitdrukkelijk, dat de
verplichting tot betalen niet wordt opgeschort
door reclameeren.
De bedragen komen niet aan den Staat, zoo
als velen ten onrechte veronderstellen, doch
ook de Kamers van Koophandel, ingesteld bij
de Wet van 26 Maart 1920 (Stbl. No. 152),
welke tegelijk met de Handelsregisterwet in
werking is getreden. Met de ontvangen gelden
bestrijden de Kamers niet alleen hare eigen
kosten die voor de richtige instandhouding
van het Handelsregister daaronder begrepen
doch zij worden tevens in staat gesteld belang
rijke functies in het belang van handel en nij
verheid te verrichten, waartoe de nieuwe wet
haar de bevoegdheid verleent en waarvan wij
hier willen noemen:
a. het stichten en beheeren van inrichtingen
ten dienste van handel en nijverheid;
b. het verleenen van subsidies aan instellin
gen, die een algemeen belang van handel
en nijverheid bevorderen;
c. het zich belasten met het opgedragen be
heer over inrichtingen ten dienste van
handel en nijverheid;
d. het bevorderen van het verkeer te water
en te land.
enz. enz.
Het geld, door handel en nijverheid aan het
Handelsregister betaald, wordt dus weer ten
behoeve van handel en nijverheid besteed!
De Kamer van Koophandel voor Hollands
Noorderkwartier houdt vrijwel elke maand een
openbare vergadering, waarvan het verslag in
de dagbladen verschijnt, tewijl jaarlijks een jaar
verslag wordt uitgegeven (hetwelk voor be
langstellenden gratis aan het -secretarijat te
verkrijgen is), waarin uitvoerig melding wordt
gemaakt van de handelingen der Kamer. Een
221