Hoofdcommiezen ter secretarie: A. du Bois,
Westerweg 79, (afd. Algem. Zaken en Finan
ciën) en A. Sietsma, van Everdingenstraat 7,
(afd. Kadaster).
Hoofdopzichter: G. A. L. Erdtsieck, Emma-
straat 37.
Het Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier heeft tot taak Noordholland boven
het IJ te beschermen tegen de Noordzee en
de Zuiderzee. Het is in 1920 opgericht, ten
gevolge waarvan een zevental waterschappen
werden opgeheven, terwijl zeventien anderen
zich in hunne beheerstaak zagen beperkt. Dien
tengevolge heeft het Hoogheemraadschap het
beheer en onderhoud gekregen over pl.m. 140
K.M. zeewering, pl.m. 140 K.M. binnenwater-
keering en pl.m. 225 K.M. weg, het toezicht
over pl.m. 50 sluizen en de zorg voor twee
bemalingen.
In verband met de in de laatste jaren gebleken
noodzakelijkheid van concentratie van het
wegenbeheer, is het Hoogheemraadschap ver
der belast met het beheer en onderhoud van
wegen en daartoe behoorende kunstwerken,
welke door het Hoogheemraadschap van an
deren in beheer en ouderhoud worden overge
nomen of door de Provinciale Staten bij het
Hoogheemraadschap in beheer en onderhoud
worden overgebracht. De kosten van dit laatste
beheer en onderhoud worden bestreden door bij
dragen van de vroegere onderhoudsplichtigen
en van de Provincie.
Het Bestuur bestaat uit een dijkgraaf, zes
hoogheemraden, twaalf hoofdingelanden en
twaalf hoofdingelanden-plaatsvervangers. De
dijkgraaf en de hoogheemraden worden voor
den tijd van zes jaar benoemd door de Kroon.
De hoofdingelanden en de plaatsvervangers
worden voor zes jaar gekozen door kiezers. De
aftreding van deze laatsten geschiedt gelijk
tijdig en heeft plaats op 31 Dec. 1933.
Door de Provinciale Staten is, behoudens
Koninklijke goedkeuring, besloten het reglement
van Bestuur te wijzigen in dier voege, dat
voortaan het gebied van het Hoogheemraad
schap in 4 kiesdistricten verdeeld zal zijn en
het enkelvoudig stemrecht zal gelden. Het aan
tal kiezers bedraagt ongeveer 50.000.
De belastbare opbrengst, berekend over
142.000 H.A., bedraagt. 14'/2 millioen gul
den. Hiervan wordt een percentage geheven,
dat voor 1933 4,7 zal bedagen, en dat o.a.
verband houdt met de omstandigheid, dat het
Hoogheemraadschap belast is met eene uitkee-
ring aan de provincie Noordholland in de rente
en aflossing van de leeningen, die de Provincie
tengevolge van den watersnood in 1916 heeft
moeten aangaan. Het aandeel, dat dientenge
volge ten laste van het Hoogheemraadschap is
gebracht, bedraagt 9 millioen gulden. De be
grooting voor 1933 heeft een eindcijfer van
1.140.860 (gewone dienst). De ontvangsten
en uitgaven tengevolge van de concentratie van
het wegenbeheer zijn in dit bedrag niet begre
pen, doch worden afzonderlijk geadministreerd.
Vereeniging van Noord-Hollandsche
Waterschappen.
J. Commandeur, voorzitter.
J. W. Boersma, secr.-penningmeester.
Rijkswaterstaat Arrondissement Alkmaar.
Bureau: Kennemerstraatweg 75. »-t' 434.
(Woonh. H.-Ing. te* 1153).
Hoofdingenieur: Ir. C. G. Kraijenhoff van
de Leur.
Ingenieur: Ir. S. Moesker.
Bureauchef: A. Woelders.
Bureau-ambtenaren: G. C. van der Kamp en
J. Koolj.
Schrijvers: L. Lier, G. W. van de Munk, Mej.
C. Roos, C. F. Hulskamp.
Techn. ambtenaar: J. Benard, P.H.straat 50.
l960- „r u
Opzichters: L. Hopman, C. Adamse, W. Hen-
neke, P. Leeuw, C. Scholten, G. H. Bolier.
Rijkshavenmeester (voor het Noordholl. ka
naal): J. A. C. van der Velde, Maclaine
Pontstraat 5. te* 1231.
Hoogheemraadschap der Uitwaterende Sluizen
in Kennemerland en Westfriesland.
C. Kramer Glijnis te Stompetoren, dijkgraaf.
Mr. P. A. Offers, secr.-penningm.
Polder de Schermer.
C. Kramer Glijnis, dijkgraaf, te Stompetoren,
Huize „Wittenburg".
Mr. J. Belonje, secretaris, Oudegracht 277.
D. de Jong, penningmeester, Spoorstraat 78.
Huiswaarder- en Oosterweezenpolder.
D. J. Govers, voorzitter, te Alkmaar.
J. C. Burger, secr.-penningm., te Alkmaar.
Eendrachtspolder.
D. J. Govers, voorzitter, te Alkmaar.
J. Smit Gz„ secr.-penningm., te Alkmaar.
Polder Overdie en Achtermeer.
D. J. Govers, voorzitter, te Alkmaar.
J. Smit Gz., secr.-penningm., te Alkmaar.
W ieringermeerpolder.
Bij beschikking van den Minister van Water
staat van 7 Mei 1930 is ingesteld een Dienst
voor het in cultuur brengen van de in den
Wieringermeerpolder droogvallende gronden.
Hieronder is begrepen het bouwrijp maken van
den polder en de kolonisatie, alsmede het in
exploitatie houden der ontgonnen gronden tot
deze kunnen worden uitgegeven.
Aan het hoofd van den Dienst staat een
directie van 3 leden. Elk dezer leden is met
de leiding over een bepaalde afdeeling belast,
te weten:
A. De Landbouwkundige Afdeeling.
Deze is, in samenwerking met de commissie
voor den proefpolder te Andijk, belast met de
landbouwwetenschappelijke voorlichting, met
het onderzoek, op kaart brengen en classifi
catie der gronden, alsmede met de voorlichting
der kolonisten.
219