Den Helder Marinestad
Den Helder Stad met grote Toekomst
7
Toen na de openstelling van het Noord
zeekanaal voor de scheepvaart in 1878,
de handel geen belang meer had bij de
haven van Den Helder en de scheepvaart
kantoren en magazijnen naar Amsterdam
waren overgebracht, bleven de Koninklijke
Marine en de Rijkswerf in Den Helder ge
vestigd. Wegens het ontbreken van andere
belangrijke bestaansbronnen werd het
karakter van de stad steeds meer door de
aanwezigheid van de Koninklijke Marine
bepaald.
Na de tweede wereldoorlog was het aan
vankelijk onzeker of de Koninklijke Ma
rine in Den Helder zou terugkeren. Er gin
gen toen stemmen op om onze grootste
havenplaats Rotterdam als marinebasis
aan te wijzen. Ook het Koninklijk Instituut
voor de Marine, waar de adelborsten hun
opleiding tot marine-officier ontvangen
wenste men naar die stad overgebracht te
zien. Gelukkig voor Den Helder vond dit
plan geen doorgang. Over de vestiging
van een nieuwe marinehaven bleken de
meningen overigens zeer verdeeld te zijn.
Men sprak zich uit voor Rotterdam, Vlis-
singen, ten zuiden van Zandvoort, IJmui-
den en Den Helder. Uiteindelijk viel in
1947 de keuze toch op Den Helder. Er werd
een aanvang gemaakt met de aanleg van
een geheel nieuwe moderne oorlogshaven.
De grootste open buitenhaven van West-
Europa. Een versterkte concentratie van de
Koninklijke Marine in Den Helder en een
aanzienlijke uitbreiding van personeel op
de Rijkswerf en bij andere marinebedrij-
ven waren het gevolg. Tal van marine
etablissementen werden gebouwd. De on
derzeedienst werd van Rotterdam naar
Den Helder overgebracht en andere kleine
De veerhaven met de nieuwe aanlegsteiger voor de „Texelse boot".