Enkele grepen
uit <!e
geschiedenis
van Wen Helder
In de 16e eeuw heette Den Helder nog „Hellere". Hoe men aan de naam „Den Helder"
gekomen is? Dat is niet met zekerheid te zeggen, maar het verhaal gaat dat de Huis-
duiner vissers daar, waar de eerste huizen waren gebouwd, hun netten kwamen dro
gen, omdat ze op die plaats zo snel droogden en zo „helder" werden.
Voor de juistheid van dit verhaal staan we echter niet in.
In de nacht van 31 October op 1 November 1570 werd Den Helder door een zware
storm geteisterd, gepaard met zeer hoge waterstanden. De zeewering bezweek en het
water richtte grote schade aan. Vele beesten en ook enkele mensen verloren het leven.
Men sprak later van de „Allerheiligenvloed".
In de loop van de 17e eeuw begint Den Helder te bloeien, dank zij de koopvaardij-
en handelsvloot. In den beginne is het plaatsje Oude Schild op Texel nog een geduchte
concurrent, maar later, wanneer Den Helder een goede haven krijgt, kan de Texelse
mededinger niet meer wedijveren.
In 1750 telde Den Helder 2.000 inwoners, in 1818 reeds 3.000, terwijl in 1845 het aantal
was* gestegen tot 9.000.
In 1707 voeren 29 kommandeurs van Den Helder op Groenland ter walvisvangst en
in 1779 woonden te Huisduinen niet minder dan 60 kapiteins en kommandeurs.
In 1738 werden door 154 Groenlandvaarders 401 walvissen aangebracht.
In de 2e helft van de 17e eeuw werd de Helderse zeewering herbouwd, volgens het
stelsel van Pieter Straat en Pieter van der Deure, met een stenen buitenglooiing. Het
bleek echter, dat de ondergrond te week was om deze zware dijk te dragen. De zee
groef bovendien de onderlagen uit en in 1770 zakte de dijk bij bladstil weer in elkaar.
De restauratie kwam in 1774 gereed met een verbeterde glooiing en een sterker
fundament.
Het Nieuwe Diep, aanvankelijk een kreek, werd tussen 1770 en 1785 omgebouwd tot
een uitmuntende haven. Reeds in 1781 werd het bestemd voor oorlogshaven en ver
voor het gereedkomen van de haven, vonden vele schepen hier een veilige ligplaats.
In 1789 kwam het voor dat 151 schepen tegelijk in het Nieuwe Diep lagen. Behoefte
ging bestaan aan een plaats waar de schepen konden laden en lossen en waar ze kon
den worden gerepareerd. Aangelegd werd „het Nieuwe Werk", in de jaren 1790 en
'91. Een oppervlakte van „Twee morgen gronds" met grachten doorsneden. Dit was
de voorloper van het marine etablissement. Er waren tewerkgesteld: 40 timmerlieden.
6 smeden en 20 sjouwers. In 1812 werd de inrichting te klein om alle werklieden te
herbergen en het uit dienst gestelde linieschip „Zoutman" werd als logementschip
ingericht en bood plaats aan vele ongehuwde arbeiders en 65 gezinnen. Kort daarop
verhuisde het etablissement naar zijn huidige plaats en werd genoemd „Willemsoord".
Tussen 1819 en 1825 werd het Noord-Hollands Kanaal gegraven, hetgeen een grote
verbetering betekende voor Den Helder.
1 Juni 1826 begroette Den Helder zijn eerste stoomboot, de „NoordHolland 2", op reke
ning van de provincie in dienst gesteld en bestemd om schepen in- en uit te slepen.
Sterkte van de machine: 60 PK.
Door het N.-H. Kanaal bloeide het oostelijk deel van Den Helder op, maar het weste
lijk deel raakte in verval. Om dit te voorkomen, werd in 1829 het Helderse kanaal
gegraven, waardoor oost en west betere verbinding kregen.
In 1845 werd het eerste stoombootveer op Amsterdm geopend door de firma Zur
Mühlen. De reis duurde 6 uren en de passageprijs bedroeg 8 gulden, terwijl van
retourbiljetten nog geen sprake was.
In 1857 werd het Koninklijk Instituut voor de Marine geopend, dat tot nog toe was
gevestigd te Medemblik.
De 18e December 1865 vertrok de eerste trein van Den Helder naar Alkmaar en
was de stad voor goed uit haar isolement verlost.
In de Napoleonistische tijd werden in Den Helder talrijke versterkingen aangelegd,
o.a. de forten Erfprins, Kijkduin. Falga, Dirks Admiraal, Westoever en Oostoever.
Den Helder werd dan ook het Gibraltar van het Noorden genoemd.
Het is dan ook geen wonder, dat in de laatste helft van de 19e eeuw Den Helder
tot grote bloei kwam. De grote scheepvaartmaatschappijen, w.o. de Java en de Nedtr
land vestigden hier hun kantoren en pakhuizen. De handel bloeide en de stad brf